Juul Kraaijer: tekening
Dit is bijna een dier. We zouden ook kunnen zeggen: dit is een kwetsbare, naakte vrouw, aangevallen door vogels, zoals in de film ‘The Birds’ van Alfred Hitchcock. Allemaal lieve beestjes, tot hun aantal zo groot is geworden dat ze de mens bedreigen. Wat dat betreft zijn dieren net mensen. Als ze met z’n allen zijn, durven ze wel.
De tekening is van Juul Kraijer (Assen, 1970) die overal in de wereld haar wonderlijke, verontrustende tekeningen exposeert met evenzeer verontrustende sculpturen en foto’s. Het zijn bijna altijd vrouwen die Juul Kraijer tekent vanuit haar eigen universum en via haar modellen. Maar vooral beschouwt ze een mens, een naakte vrouw, min of meer als een dier. Zo loopt er bij haar model een schorpioen over het gezicht, een echte. Of het lichaam wordt bedekt door insecten die via mond, ooropeningen en neusgaten in en uit lopen.
Een mens is een dier, lijkt ze daarmee te willen zeggen. Dieren zijn net zo met onze menselijke natuur verbonden, of beter gezegd verweven, als onze bloedsomloop of lymfesysteem dat zijn. Eeuwenlang beeldden wij dieren uit als een curiosum. Alleen honden en paarden schreven we menselijke eigenschappen toe, bijvoorbeeld trouw. Paulus Potter schilderde in de 17de eeuw een stier, een koe en schapen, maar ook het portret van een vermagerde hond. Wie maakte er in die tijd nou een portret van zo’n luizige hond? Maar het vee is bij Paulus Potter één met de natuur en met de boer. Allemaal scheppingen van Onze Lieve Heer, in dezelfde compositie gevangen. Dat maakt de stier van Potter zo bijzonder.
Intussen is er wel wat veranderd. Of we willen of niet, we weten nu dat mensen meer op dieren lijken dan op God. Voor Juul Kraijer is het zonneklaar. En eigenlijk wisten we dat al lang. De oude Grieken dachten dat er centauren bestonden, half paard, half mens. De christenen geloofden dat er engelen waren, mensfiguren met vleugels. Dat lijkt in deze tekening ook aan de hand te zijn. Er hebben zich zoveel duiven op de rug van deze vrouw vastgezet, dat ze bijna kan vliegen. Alsof die duiven met elkaar haar vleugels vormen.
Deze column verscheen in het augustusnummer 2015 van het tijdschrift ‘Atelier’.