
Tjalf Sparnaay: ‘Gebakken ei’ (2009)
In Leeuwarden Culturele Hoofdstad heeft begin mei The Representational Conference of Art (TRAC) plaats. TRAC is een Amerikaanse beweging die, naar eigen zeggen, ‘sweeping the art world’. Een beweging van gelijkgestemden die de wereld wil overtuigen van het grote belang van representatieve kunst, waarmee fijnschilderkunst wordt bedoeld, Realisme met een hoofdletter. Het congres wordt ook bijgewoond door een aantal Nederlandse kunstenaars die we tot het Realisme en de Figuratie rekenen, dat denkt dat fijnschilders ernstig worden geboycot.
Tja, de kunstgeschiedenis wemelt van de strijdperken. En met veel tamtam worden de verschillen en geschillen graag om de zoveel tijd opgerakeld. Zoals de non-figuratieven ooit de figuratieven verketterden, zo weigerden klassieke schilders uit protest de musea met moderne kunst binnen te lopen.
Jonge generaties kunstenaars begrijpen gelukkig niets van al dat gekrakeel van die ouwe knakkers met hun ideologieën. Ze experimenteren er lustig op los, of ze nou met de computer of met de kwast kunst maken. Je zag de afgelopen vijftien jaar dan ook een grote bloei van mengvormen en combinaties in technieken en stijlen die prachtige en interessante kunst opleverden. Ook klassieke schilderkunst, maar dan in een fonkelnieuw jasje, zoals de figuratie van de Leipziger Schule, de Amerikaanse neo-figuratie, het integreren van verf en digitale middelen, abstractie gecombineerd met figuratie, tot en met de terugkeer van klassiek georiënteerde kunstacademies. De strijd is dus allang gestreden.
Maar niet bij TRAC. Dat congres moet de opmars van het Internationale Realisme versterken. Nog veel teveel kunstenaars in de wereld kunnen niet met een kwast overweg. Als het aan de organisatoren ligt, worden er straks overal klassieke academies opgericht. ‘We zijn als realisten zo lang onderdrukt geweest,’ legde een deelnemende kunstenaar desgevraagd uit. ‘Het wordt eindelijk tijd voor tegenactie.’
Ik weet niet uit welke ideologische hoek dit verongelijkte geluid voortkomt. Je kunt immers geen galerie of beurs binnenlopen of je wordt doodgegooid met representatieve kunst, klassieke stillevens, landschapjes, interieurs of vaak naar foto’s geschilderde stadsgezichten. Vaak, niet altijd, superieur geschilderd, maar zelden of nooit is het meer dan wat het voorstelt. Klassiek en Realisme is booming business in deze tijd. Ook en vooral gerenommeerde musea tonen bijna niets anders. Het is te vrezen dat die Amerikanen en met hen de Nederlandse fijnschilders een beetje laat zijn. Dat het eigenlijk een ordinaire reclamestunt is. Gesponsord door Talens of zoiets. Hier worden tegenstellingen aangewakkerd die allang niet meer bestaan.
Deze column stond tevens in het maart/april nummer 2018 van de KunstKrant.